Gratis webinar ‘Proactief omgaan met werkdruk en werkstress’

Werkdruk. Het lijkt actueler dan ooit, allereerst doordat in bepaalde sectoren – zoals de zorgsector en het onderwijs – een structureel tekort is aan bekwame arbeidskrachten. Hierdoor is de werkdruk in deze sectoren fors toegenomen en de gevolgen hiervan zijn groot: veel mensen hielden het niet meer vol en zitten nu ziek thuis, of zijn een andere baan gaan zoeken. Met als gevolg dat de achterblijvers het nóg drukker hebben gekregen.

Maar ook in andere sectoren is de werkdruk hoog. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven die door tegenvallende resultaten moesten bezuinigen en het nu met minder mensen moeten doen, terwijl de hoeveelheid werk meestal even hoog is als vroeger. Het gevolg: een hogere werkdruk. Verder zien we dat veel mensen een hogere werkdruk ervaren doordat ze ‘na corona’ weer vaker naar kantoor moeten, wat gevolgen heeft voor de balans tussen werk en privé. Dat laatste lijkt misschien vreemd (‘Vroeger moesten ze toch ook gewoon elke dag naar kantoor?’), maar mensen wennen snel aan een leven met minder reistijd (en dus meer vrije tijd) en hebben nu het gevoel dat ze minder tijd hebben voor hun privéleven.

Werkdruk hoeft helemaal niet erg te zijn. Sterker nog: veel mensen hebben een bepaalde mate van werkdruk nodig om goed te kunnen presteren; zij komen onder druk tot de beste prestaties. Maar als de werkdruk te hoog wordt en/of te lang aanhoudt, ontstaat werkstress. En juist die werkstress zorgt ervoor dat mensen uitvallen, want stress veroorzaakt lichamelijke en psychische klachten.

Hoe ga je nu als leidinggevende of HR-professional zo goed mogelijk om met een toenemende werkdruk? Wat kan je doen om te voorkomen dat jij en je medewerkers last krijgen van werkstress? Hoe kan je signalen van werkstress herkennen? Hoe kan je werkdruk en werkstress bespreekbaar maken? Hoe kan je beginnende klachten aanpakken?

Al deze vragen komen aan bod tijdens het gratis webinar van GOED over ‘proactief omgaan met werkdruk en werkstress’. Je krijgt niet alleen antwoorden op de bovenstaande vragen, maar ook veel praktische tips en handvatten om concreet met werkdruk en werkstress aan de slag te gaan.

Het webinar vindt plaats op 18 november 2021 van 10.00 tot 11.30. Dit webinar is bedoeld voor leidinggevenden en HR-professionals. Er zijn slechts 250 beschikbare plaatsen, dus meld je snel aan. Dit kan via de volgende link: (toevoegen aanmeldlink). Na je aanmelding ontvang je hiervan een bevestiging.

Om het webinar te kunnen volgen, heb je het volgende nodig:

– een laptop/computer;

– een goede internetverbinding;

Uitstel GOED jubileumfeest

Wat hadden we graag samen met jou, jouw HR-collega’s, onze klanten en relaties getoast op ons 10-jarig bestaan, deze maand.

Het zal je echter niet zijn ontgaan dat er nogal wat restricties gelden voor evenementen. En de gevolgen van corona zijn bij diverse bedrijven voelbaar. Zo ook bij een aantal van onze opdrachtgevers.

Na overleg met een aantal opdrachtgevers is vrijwel unaniem besloten dat het nu niet gepast is om feest te vieren. 

Dat doen we graag in 2024; hopelijk vieren we dan samen in blakende (bedrijfs)gezondheid ons 12,5-jarig bestaan op meer dan GOEDe wijze.

Hartelijke groet van Jacco 

GOED voorbereid naar de bedrijfsarts

Een paar dagen geleden ging ik – in mijn rol van inzetbaarheidsdeskundige bij arbodienst GOED – met een medewerker mee naar de bedrijfsarts. Deze medewerker, laten we haar Karen noemen, is in 2020 uitgevallen. Inmiddels gaat het wat beter met haar. Ze had nu een afspraak bij de bedrijfsarts en omdat Karen nogal kwetsbaar is en niet veel vertrouwen heeft in artsen/hulpverleners, ging ik met haar mee.

De bedrijfsarts had zich goed voorbereid; ik kon merken dat ze het dossier van Karen goed had gelezen. Ze was gemoedelijk en meelevend, en ik had de indruk dat het gesprek wel goed verliep. Maar na afloop bleek dat Karen het heel anders had ervaren: ‘Het was verschrikkelijk,’ zuchtte ze. ‘Ze (de bedrijfsarts) was zo onpersoonlijk, niet empathisch… en ik had heel erg het gevoel dat ik mezelf moest bewijzen.’

Toen we hierover doorpraatten, bleek dat Karen eigenlijk niet goed wist welke rol een bedrijfsarts heeft. Veel mensen denken bij het woord ‘arts’ aan iemand die een diagnose stelt en vervolgens een behandeltraject voorstelt. Maar dat doet een bedrijfsarts nu juist niet: hij/zij stelt vast hoe het met de medewerker gaat en vertaalt dat in termen van werk: wat kan de medewerker wel (en wat niet) en hoeveel dagen/uren per week kan hij werken? Dat kan voor de medewerker heel zakelijk overkomen, maar dit is wel wat de bedrijfsarts moet doen, wat zijn rol is. Toen ik dat aan Karen had uitgelegd, begreep ze veel beter waarom de bedrijfsarts bepaalde vragen had gesteld.

Wat dit praktijkvoorbeeld mij als arboprofessional leert, is dat we de rol van de bedrijfsarts duidelijk moeten uitleggen aan zieke/uitgeschakelde medewerkers, zodat zij weten wat ze kunnen verwachten. De bedrijfsarts kan hierin zelf ook een rol spelen door eerst vijf minuten uit te trekken om de medewerker op het gemak te stellen en uit te leggen waar het consult voor bedoeld is.

Tot slot enkele adviezen voor medewerkers die een afspraak bij de bedrijfsarts hebben. Allereerst: wees altijd eerlijk over hoe het met je gaat. Als jij ten onrechte zegt dat het goed met je gaat, zal de bedrijfsarts de situatie beter inschatten dan het in werkelijkheid is en een (werk)advies geven dat niet passend is. En dan moet je – bijvoorbeeld – drie dagen per week aan het werk terwijl dat eigenlijk nog veel te vroeg is. Wees dus altijd open en eerlijk. En onthoud: een goede bedrijfsarts zal je nooit iets laten doen wat je op dat moment niet kunt.

Mijn tweede advies: als je het bezoek aan de bedrijfsarts spannend vindt, neem dan gerust iemand mee: je partner, je zoon/dochter of een goede vriend(in). Je staat er dan niet alleen voor en dat maakt het vaak al minder spannend. Bovendien: twee horen meer dan één en daarnaast kan degene die meegaat je helpen bij het beantwoorden en stellen van vragen. En ook heel belangrijk: als je met z’n tweeën bent, kun je na afloop nog even napraten over hoe het ging; zo sluit je een spannend gesprek goed af.

Gerda Roelofs, inzetbaarheidsdeskundige bij GOED

Meten met twee maten

De zorgelijke blik van de directeur was voor iedereen in de bedrijfskantine zichtbaar. Ook de medewerkers die vanuit huis online meekeken, hadden direct door dat er een gewichtige reden moest zijn om al het personeel op zo’n korte termijn bijeen te roepen.

‘Goedemorgen allen. Het spijt mij jullie te moeten informeren dat Lars, onze gewaardeerde collega van marketing, vannacht is getroffen door een hartaanval. Voor een toelichting geef ik graag het woord aan onze bedrijfsarts’. En sereen stapte de directeur opzij om de bedrijfsarts het woord te geven.

‘Ja dames en heren, Lars is inderdaad getroffen door een hartaanval. De ambulance was snel ter plaatse en men heeft met adequaat handelen erger voorkomen. Lars ligt momenteel ter observatie in een ziekenhuis. Ik heb kort contact met hem gehad en hij heeft al aangegeven dat hij snel een bericht zal posten op het interne netwerk. Dat was het. Sterkte en een goede dag gewenst.’

De directeur en de arts verlieten de kantine, waar het inmiddels een geroezemoes van jewelste was.

Zal een dergelijke situatie zich anno 2021 voordoen in een Nederlands bedrijf? Nee, normaal gesproken niet: de AVG-wetgeving staat het niet toe om dergelijke privé-informatie zomaar te delen met zijn collega’s. Sterker nog: een werkgever c.q. leidinggevende mag aan een medewerker die zich ziek meldt niet eens vragen wat hij/zij mankeert. En als een medewerker toch allerlei medische informatie deelt, kan/mag de leidinggevende daar eigenlijk niks mee. En dus leren we leidinggevenden collectief dat ze geen medische vragen meer mogen stellen en ook geen medische informatie mogen opschrijven. ‘Focus op mogelijkheden’ is het credo.

Maar is het dan niet extra opmerkelijk om te constateren dat de medische dossiers van topsporters en andere publieke figuren op straat liggen? Miljoenen Nederlanders kunnen meepraten over het hart van Deens voetbalinternational Christian Eriksen (diens hartstilstand tijdens de eerste EK-wedstrijd van Denemarken leidde tot een forse toename van de interesse in reanimatiecursussen en AED’s). En na een paar minuutjes googelen weet je alles over de medische problemen van oud-voetballer Marco van Basten, burgemeester Jan van Zanen, radio-dj Ruud de Wild en onafhankelijk kamerlid Pieter Omtzigt. Waarom hoeft er in deze gevallen blijkbaar niet te worden gezwegen?

Kortom: er wordt met twee maten gemeten als het gaat om het delen van medische informatie. Voor topsporters, politici, bestuurders en artiesten gelden blijkbaar andere privacyregels dan voor de rest van werkend Nederland.

Wat vind jij: verdienen we allemaal dezelfde privacy of moet dit anders worden ingericht?

Depressie: een levensgevaarlijke ziekte!

Een paar maanden geleden maakte de Japanse toptennisster Naomi Osaka bekend dat ze al geruime tijd worstelt met depressies. En Osaka is niet de enige topsporter die hiermee te maken krijgt; eerder was ook 23-voudig Olympisch kampioen Michael Phelps zeer openhartig over zijn depressies. Verder strijdt de weduwe van voetbalkeeper Robert Enke, die in 2009 zelfmoord pleegde, al jaren voor meer aandacht voor depressies. De kern van haar boodschap: depressie is een ziekte die iedereen kan treffen. Onlangs kreeg Enke onder meer bijval van de Britse prins William, die openlijk zijn steun uitsprak.

Verzuim door depressie kost € 1,8 miljard per jaar

Als arbodienst kunnen we de strijd om aandacht voor depressie alleen maar omarmen. Want het is enorm belangrijk dat het hardnekkige taboe op depressies nu eindelijk eens wordt doorbroken. Enkele cijfers van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport die dit onderstrepen:

  • Jaarlijks krijgt 4,2% van de volwassen werkenden te maken met een depressieve stoornis.
  • Depressie staat op plek 1 in de ranglijst van aandoeningen met de hoogste verzuimkosten.
  • De kosten van verzuim door depressie worden geschat op ongeveer € 1,8 miljard op jaarbasis.

Bovenstaande feiten leiden tot een simpele conclusie: er is werk aan de winkel! Het is hoog tijd om met elkaar meer openheid te creëren over depressies. Want door het gesprek hierover te bevorderen, kan eerder worden ingegrepen en hiermee kan verzuim – en de torenhoge kosten hiervan – worden teruggedrongen.

Contact met de arbodienst

Wat kun je als leidinggevende nu concreet doen? Allereerst is het belangrijk dat je je realiseert dat depressie een ziekte is en dus niet iets wat je kunt verhelpen door elke dag een rondje te wandelen. Vermijd dus goedbedoelde opmerkingen als: ‘Joh, ga gewoon wat leuks doen!’ Neem ten opzichte van een depressieve medewerker de begripvolle houding aan die je ook bij iedere andere ziekte aanneemt. En adviseer de medewerker om – net als je bij andersoortige medische klachten zou doen – contact op te nemen met de arbodienst, zodat hij professionele hulp kan krijgen. Je kunt uiteraard ook zelf contact opnemen met de arbodienst als je behoefte hebt aan tips om goed met dergelijke situaties om te gaan.

Signalen van depressie

Verder kun je medewerkers actief aanmoedigen om over eventuele depressies te praten, bijvoorbeeld door dit onderwerp bespreekbaar te maken in nieuwsbrieven of door blogs als deze te delen: hiermee laat je immers zien dat je het onderwerp depressie serieus neemt. En probeer signalen van depressie te herkennen. Een belangrijk signaal kan zijn dat een medewerker vaak te laat komt, aangezien depressies vaak veroorzaken dat men moeite heeft om uit bed te komen. Een ander signaal is veelvuldig (kortdurend) verzuim.

Een eerste lichtpuntje

Vermoed je dat een medewerker kampt met depressieve klachten, schroom dan niet om het gesprek aan te gaan en oprechte vragen te stellen: ‘Gaat het wel goed met je?’ Toon warmte en betrokkenheid. Ontstaat er vervolgens een gesprek, probeer dan vooral te luisteren. En hoewel je wel kunt vragen wat de medewerker nodig heeft om aan het werk te kunnen blijven, moet je vooral niet proberen om het probleem zelf op te lossen, want dat doe je bij andere ziektes immers ook niet. Bovendien is depressie niet zomaar een ziekte, maar een sluipmoordenaar die jaarlijks veel te veel dodelijke slachtoffers maakt. Vraag de medewerker daarom of hij/zij al hulp heeft gezocht. Is dit niet het geval, verwijs hem/haar dan naar de arbodienst, ook als er nog geen sprake is van verzuim. Bij GOED kunnen we pijlsnel schakelen richting passende begeleiding, wat voor de betreffende medewerker vaak een eerste lichtpuntje is na een periode van diepe duisternis.